In België zijn er naast de watertorens voor de drinkwatervoorziening en de torens behorend tot een industriële vestiging, nog een dicht net aan watertorens van de spoorwegen. Deze laatste verdwenen voor het merendeel sinds het einde van het stoomtijdperk omdat er geen rechtstreekse toepassing meer voor was en ze dus enkel om onderhoud vroegen. Eén van de belangrijkste verschillen tussen de spoorweg watertorens en die van het drinkwaternet is de afdekking. Voor stoomketelwater is het niet zo’n ramp wanneer er in het reservoir enkele dode vogels en ratten liggen(ketels worden niet ziek) maar voor drinkwater is dat ontoelaatbaar. Vandaar dat bij die torens het waterreservoir zorgvuldig afgesloten is met een kap.

Het nieuwe model is rechtstreeks afgeleid van de watertoren in de spoorwegstelplaats van Merelbeke (Gentbrugge). Het is een toren met een reservoir van 500 m3en voorzag de stoomloks die er gestationeerd waren van vers water. Dit type kwam op verschillende plaatsen in ons land voor en kan dus bij elk groter lokdepot geplaatst worden.

Dit model bestaat uit drie grote, voorgemonteerde bouwgroepen in kunststof: de voet, het lichaam en het reservoir. Deze delen worden aangevuld met geëtste onderdelen als ramen en deuren, ladders, loopbrug, peillat, leidingen in het reservoir en zo meer.

Van de modelbouwer wordt enkele gevraagd om het model met geduld en goede smaak te schilderen om het gewenste resultaat te verkrijgen.

Naast de talrijke gebouwen die vaak te klein worden weergegeven, is deze toren een eye-catcher van belang.